15 april 2021

Column Hans Krabbendam: Stage

Lesgeven tijdens de tweede lockdown is, ook al zijn we langzaam weer op de weg terug, toch nog een deels onbekend pad. Vol uitdagingen en onverwachte wendingen. Flexibiliteit is altijd al een nuttige kwaliteit geweest voor een docent, maar op dit moment is het een onmisbare survivaltool. 

Sociaal gedoe

Je zal in deze situatie maar stage moeten lopen om je een beeld te vormen van het vak. Ik heb zo’n dappere student onder mijn hoede. Zijn stagedoel is om uit te vinden of hij eigenlijk wel leraar wil worden. Zijn eerste observatie na een dag online meelopen met mijn lessen was ‘dat er toch wel erg veel sociaal gedoe kwam kijken’ bij lesgeven. Goed gezien. Zelfs vanuit zijn eigen slaapkamer via Teams. 

Een nieuwe, door mij voorgestelde stap, in zijn stage sneuvelde jammerlijk. Om allerlei redenen bleek het onmogelijk om met één klas mee te lopen en zo te ervaren hoe de lessen verliepen bij andere vakken en docenten. Er waren collega’s die vergaten hem toe te voegen aan de deelnemerslijst in hun les, er waren technische problemen, gedoe met veranderende roostertijden en nog veel meer beletselen. 

Een stagedag meelopen met één andere docent was beter te organiseren en dat gaf hem weer het gevoel echt stage te lopen. Het hoogtepunt moest toen echter nog komen. Hij wilde natuurlijk ook zélf graag een lesje geven. Dat kon. Ik rekte het programma van de uitverkoren klas zo, dat hij het onderwerp van zijn keuze kon bespreken op het lesuur dat alles samen leek te komen. Het thema: Bouw en werking van het oog. 

Moment suprême

Helaas bleek op het moment suprême de soep toch redelijk heet te worden opgediend. Iets met een perfect storm. Allereerst ontdekte ik ’s morgens vroeg dat ‘zijn’ klas deze dag niet thuis les zou volgen, maar aan de beurt was om fysiek op school te zijn. Een snel chatbericht, tussen mijn eigen lessen door, slechtte deze hindernis. Ten tweede struikelde ik gehaast (want te laat) het dubbele-lokaal-met-de-opengeschoven-tussenwand binnen. Met mijn opengeklapte laptop, agenda, pen en thermoskannetje thee in mijn handen geklemd, zag ik vervolgens dat de collega die voor mij lesgaf nog niet helemaal klaar was met haar les.  

Eer ik geïnstalleerd was en aan de klas wilde gaan uitleggen welk experiment we zouden aanvangen, ontstond de lichte onrust die opborrelt als vijfentwintig eersteklassers, die elkaar al een hele tijd te weinig zien, even een gebrek aan structuur ervaren. De anderhalve meter werd volop getrotseerd, de eerst pakjes Wicky werden geopend en natuurlijk klonk er op verschillende plekken het geluid van bijna behaalde levels en allerlei YouTube filmpjes. Deze werden op hun beurt weer doorspekt  met meegezongen TikTokdansjes.

Mijn aandacht werd getrokken door mijn student, die te midden van deze kakofonie inbelde, en een leerlinge, die mij kwam vragen of ze ook haar telefoon voor de les mocht gebruiken. De accu van haar iPad bleek leeg te zijn geraakt. Dat mocht. Aansluitend viste ik mijn student uit de lobby van Teams. Ik richtte mijn laptop zo, dat hij de plaats waar ik zo meteen verwachtte te gaan staan om de inleidende woorden te spreken in beeld bracht, legde mijn bedoeling uit aan mijn student en ging in positie staan. Dat had gelukkig effect.

De eerste leerlingen kregen door dat ik wilde beginnen, namen weer plaats, wezen elkaar op mijn starthouding en kwamen langzaam pratend en gamend tot stilstand. Ik voelde enige tijdsdruk, want door het gerommel resteerden er inmiddels nog maar 21 minuten van het halve uur dat fysieke lessen momenteel bij ons op school duren. Na uitgelegd te hebben hoe bijzonder het was dat ze online les zouden krijgen over ‘het oog’ van een student op afstand, tijdens een fysieke les, logde iedereen in bij Teams. Ze waren nog niet onder de indruk. 

Teams tijdens fysieke les

Ik gaf mijn student het podium. Er gebeurde aanvankelijk niets op het scherm van mijn laptop. Geleidelijk aan kwamen één voor één mijn leerlingen in beeld. Maar geen student. En geen PowerPoint over het oog. Omdat mijn stagiair de Teams-les niet zelf had aangemaakt, bleek hij geen presentator te zijn. Hierdoor kon hij zijn zorgvuldig voorbereide presentatie niet delen met onze leerlingen. Even niet aan gedacht. Terwijl de eerste leerlingen blijmoedig constateerden dat ze geen oordopjes bij zich hadden en aan mij vroegen hoe dit nu toch moest worden opgelost, probeerde ik mijn student presentatorrechten te geven.

Dat lukte uiteindelijk nadat ik een enorme helptekst van Microsoft had doorgeworsteld. Gevolg was wel dat nu iederéén presentator was. Leerlingen weten uit de eerste lockdown, toen wij docenten nog onwetend waren over de mogelijkheden van het programma, dat het presentatorschap ongekende mogelijkheden biedt om de les te verstieren. Om dit verlangen maar meteen in de knop te breken hernam ik mijn positie voor de klas, legde uit hoe de situatie ontstaan was en op welke welwillende medewerking ik hoopte.

Opnieuw gaf ik mijn student het woord. Van de les resteerde nog een minuut of 13. Gelukkig verscheen nu de voorbereide PowerPoint en hoorde ik een jonge stem ons belangrijkste zintuig toelichten. Ondanks de zenuwen die toch bij lesgeven horen, zéker bij je eerste keer, en ondanks de hobbelige aanloop en ongebruikelijke setting, deed hij het goed. 

De klas keek naar hun schermen. Het was stil. Slechts bij de oordop-lozen, die op mijn advies hun geluid op het allerzachtst hadden gezet, klonk een soort echo van de uitleg. Ik begon zowaar te ontspannen en mee te luisteren naar het verhaal dat ik zelf al ook al een aantal jaren doe.

Applaus

Onverwacht verscheen er een tweetal applaudisserende handen in beeld. Deze werden al snel gevolgd door een tweede setje. En een derde. Daarna een hartje, en een hele serie smileys. Later zouden de leerlingen uitleggen dat ze zo hun waardering wilden tonen voor de goede uitleg, maar op het moment zelf loerde ik als een getergde arend de klas rond om de onverlaat te vangen die mijn moeizaam gewrochte idylle aan het verstoren was. 

Door de heimelijk aan elkaar toegeworpen glimlachjes verrieden de boeven zich. Mijn strakke blik werd aanvankelijk vakkundig genegeerd, maar na een korte opmerking die beide heren uit de anonimiteit ontrukte, nam de frequentie van de omhoog poppende emoticons zover af dat de uitleg weer te volgen was. Na een korte verwerkingsopdracht vroeg de student mij om de les verder af te sluiten. Hij moest weer door naar een volgend online college. 

Hij had het goed gedaan, maar of hij nou straks weet of het leraarschap iets voor hem is? Gelukkig is er nog het nagesprek. Via Teams. Dat wel. 

Contact