Het (voortgezet) onderwijs draait om drie dingen: leren leren, leren kiezen en leren leven. Uiteraard zijn Taal en Rekenen belangrijk. Om effectief te kunnen communiceren is een goede beheersing van Nederlands, Engels en wiskunde/rekenen belangrijk in combinatie met het vermogen om samen te werken, kritisch te denken en problemen op te lossen. Daarbij helpen goede sociale vaardigheden, creativiteit en ict vaardigheden.
Het onderwijs draait om drie dingen: leren leren, leren kiezen en leren leven
De eerste drie jaar bestaat uit de oriëntatiefase. In deze fase volg je een breed palet aan vakken. Er zijn zeven leergebieden voor deze vakken aan te wijzen: – Nederlandse Taal – Moderne vreemde talen (Engels, Frans, Duits) – Wiskunde en Rekenen – Maatschappijvakken (Aardrijkskunde, Geschiedenis, Economie, Maatschappijleer) – Natuurvakken (Biologie, Natuurkunde, Scheikunde) – Kunst (Drama, Beeldende vorming) – Lichamelijke opvoeding. Het gymnasium heeft nog een achtste aandachtsgebied: de Grieks en Latijnse Taal en Cultuur. In de oriëntatiefase kun je ervaren waar je talenten liggen, zodat je een keuze kunt maken voor een profiel.
Er zijn vier profielen met examenvakken waar je voor kunt kiezen. Er zijn twee maatschappij georiënteerde profielen (Cultuur & Maatschappij en Economie & Maatschappij) aan de ene kant en twee natuur georiënteerde profielen (Natuur & Gezondheid en Natuur & Techniek) aan de andere kant. In e keuze voor je profiel word je begeleid door onze decaan, die je adviseert over een profiel dat past bij je talenten en bij de gewenste vervolgopleiding.
In klas 4 begint je examen. De afsluiting van het examen gebeurt met het Centraal Schriftelijk Examen (CSE). Alle andere toetsen in klas 4, 5 en 6 tellen mee in het andere deel van het examen, het Schoolexamen (SE). Het onderwijsprogramma is vastgelegd in een Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA), dat bij de start in klas 4 wordt uitgereikt.